fbpx
06 48477946 en 06 57934749 info@spiritueelleraar.nl

Wat ik ben is altijd puur

Vanuit de object relatie psychologie wordt er vanuit gegaan dat het gevoel van (psychologisch) zelf een innerlijke constructie is. Deze constructie wordt voor het grootste deel gevormd in de eerste levensjaren. Het bestaat uit de gevoelsmatige relatie die je hebt met je opvoeders. Deze relatie bestaat uit duizenden ervaringen die zijn verinnerlijkt. Je ouders zijn onderdeel van je identiteit geworden. Het lichaam en geest systeem is vervolgens het hele leven bezig om deze (complexe) constructie te herhalen en te bevestigen. Om los te komen van deze constructie is het noodzakelijk om te gaan voelen en begrijpen hoe deze is opgebouwd. Het bestaat uit allerlei lagen die een voor een naar boven komen. Dat is de rol van een psychologisch onderzoek als voorbereiding op zelfrealisatie, maar ook voor een gezonde relatie en een rustig leven. De constructie van het zelf bestaat over het algemeen uit gevoelens van te kort en dat speelt zich in het volwassen leven meestal uit op sexueel en relationeel gebied. Dat is de verwarring die je overal om je heen ziet op het gebied van seks en relaties. Ik heb in mijn leven vijf intieme relaties gehad en enkele van mijn concepten tot nu toe zijn;

1.Relaties en sex zijn gebieden van het lichaam (overleven, genot nastreven)
2.Er is geen sluitende moraal op het gebied van seksueel gedrag en relaties
3.De meeste patronen zijn complex en verlopen onbewust
4.Een relatie is een perfect middel om bewust te worden, het verleden te verwerken en tot volledige autonomie te komen
5.Relatieproblemen zijn botsende conditioneringen
6.Het afhankelijk zijn van een vrouw/relatie is een sterke neiging en uiteindelijk een verwarring
7.Relatiepatronen kunnen voortkomen uit vorige generaties (denk aan familie geweten uit opstellingen werk)

Imago therapie.
Imago therapie biedt een behulpzaam kader voor een relatie om te groeien naar volledige autonomie, verbinding en vrijheid. Deze therapie gaat er van uit dat twee mensen bij elkaar komen door onbewuste projecties (imago) uit de jeugd. Je komt bij een partner waarbij je gevoelens van vroeger herbeleefd en daardoor de kans krijgt om deze te verwerken. Het lichaam en geest mechanisme zet energetisch de situatie van vroeger neer, omdat het de manier is wat het kent om te overleven. Werkelijke vrijheid zit echter niet in het herbeleven van de vroegere situatie, maar in een autonomie in het heden. Autonoom zijn is in het kort een situatie waarin je alle gevoelens, gedachtes en handelingen er kunt laten zijn en hiermee in contact gaat met de ander. Dat brengt een relatie van twee personen met een stevig ‘ik’ gevoel die ruimte aan elkaar geven en daardoor tegelijk bewust zijn van een ‘wij’ gevoel. Een relatie is een middel om tot volledige autonomie te komen en defensieve patronen te ontrafelen. Wanneer alle defensiviteit is opgelost ben je volledig in verbinding met je partner en het leven. Wanneer je op deze manier naar je relatie kijkt wordt het een bron van informatie en groei. Een goede relatie is gebaseerd op het delen van ´wat is´ zonder de ander of jezelf te willen veranderen. Zijn met ´wat is´ erkent dat alle ervaring individueel is en dat de bron van geluk nooit van een ander kan komen. De paradox is dat je eerst volledig gehoord en gezien moet worden door de ander om tot deze ervaring van alleen zijn te komen.

De imago therapie kent drie fases in een langdurige relatie;
1.romantische fase
2.de macht strijd fase
3.bewuste relatie fase

Een belangrijk element in de imago therapie is; dialoog. Dit is een manier van communiceren waarbij beide personen zich volledig kunnen uiten met de steun van de ander. Defensieve patronen verdwijnen, omdat er een veilige omgeving ontstaat waarin alles gedeeld kan worden. Het resultaat is dat alle onderliggende patronen aan het licht komen en beide personen zich volledig gehoord en gezien voelen. Mijn ervaring is dat de uitgangspunten van de ‘dialoog’ je door de verschillende fases in de relatie kan leiden. Het vereist echter wel doorzettingsvermogen, ruimte en helderheid. Vooral de macht strijdfase kan zwaar zijn, maar de belofte van groei is dan een goed vooruitzicht. De kern van de therapie is dat je de ander kunt geven wat hij of zij het meest gemist heeft vroeger. Dit geven heelt de ander en tegelijk ook jezelf. Het is vrijwel altijd zo dat wat je partner het liefst wil ontvangen jij het moeilijkst kan geven. Dit komt voort uit je jeugd. Door dit nieuwe gedrag te gaan vertonen wordt jezelf ook completer.

Mijn langste relatie duurde ongeveer 12 jaar en daarin hebben we verschillende crisissen meegemaakt. We verbaasden ons over de kracht en opbrengst van het bij elkaar blijven. Elke crisis heeft ons dichter bij elkaar gebracht, omdat we allebei geïnteresseerd zijn in waarheid. Zelfs de scheiding past in dit verloop. Er is nog steeds liefde voor elkaar en het delen van ons levensverhalen gaat door. Het is mogelijk om te scheiden in liefde.

Waarheid is het erkennen dat al het handelen en denken voortkomt uit patronen en dat deze patronen onpersoonlijk zijn (vasana’s). Wanneer je op deze manier naar jezelf en de ander kijkt komt het onderzoek naar patronen en hoe deze op elkaar reageren boven het vervullen van wederzijdse behoeftes te staan. Mijn ervaring is dat het delen van deze op jezelf gerichte houding de relatie juist mogelijk maakt. Mijn ervaring is dat het samen geïnteresseerd zijn in het blootleggen van innerlijke patronen resulteert in een sterke aantrekkingskracht. Zijn met ´wat is´ is een sterke en vaak onbewuste behoefte in de mens.

Mijn jeugd.
Ik ben na mijn vierde jaar bij mijn oma opgegroeid. Mijn ouders gingen in die tijd uit elkaar. De kinderlijke vreugde van het zijn met mijn ouders is hierdoor verdwenen. Op gevoelsniveau heb ik dit als een onverklaarbaar groot verlies ervaren en is er een diep wantrouwen ontstaan in het natuurlijke verloop van het leven. Fundamentele waarheden zoals mijn ouders zijn er elke dag voor mij bleken niet waar te zijn. Mijn psychische reactie op deze situatie was dat ik me in mezelf heb teruggetrokken en gestopt ben met voelen en contact maken. Het resultaat is een geïsoleerde houding met de behoefte dat de ander naar mij toekomt. Ik ben zo gewend geraakt aan deze isolatie dat ik me daar goed bij voel. In werkelijkheid is dat niet zo, want onderliggend heb ik voortdurend het gevoel dat ik me moet aanpassen aan de ander om geliefd te zijn. Daaronder zit een gevoel van waardeloos zijn met het kern concept: er wordt toch geen rekening met mij gehouden.

Vanuit dit patroon heb ik een sterke behoefte aan aanraking, openstelling voor seks (dat beleef ik als volledige overgave en daarmee veiligheid) en volledige commitment. Wanneer ik dit niet krijg ontstaat er een gevoel van in de steek gelaten worden. Ik heb vanuit het relatie patroon de ander nodig voor een gevoel van waardevol zijn en het niet voelen van de eenzaamheid en verlies in het alleen zijn. Wanneer de ander mij niet bevredigt ontstaat er een neiging om me terug te trekken. Daar kan soms ook een straffend element naar de ander inzitten, want ik ga volledig uit contact. In het isolerende patroon zit ook dat ik het alleen moet oplossen en ik treed pas weer in contact wanneer ik het innerlijk heb opgelost. Dit kan soms even duren, waardoor de ander geen contact ervaart. Mijn gevoel van overleven is gefocust geraakt op intieme relaties. Daar waar anderen meer aandacht hebben voor materie, geld of hun plek in de groep ben ik meer gericht op het creëren van intieme relaties. Dit is een patroon wat blijft en door bewustwording tegelijk transparant wordt. Ik verander niet en tegelijk heeft het niet die aantrekkende kracht. Ik ben er vrij van.

Voor mij is het loslaten van de behoefte aan fysiek contact en het mezelf open stellen zonder verwachtingen een weg naar innerlijke vrijheid. In contact blijven met het gevoel van gemis en delen wat er in mij omgaat.

Harmonie en leegte.
Wanneer er contact en harmonie in de relatie is kan er op den duur bij mij een gevoel van onrust ontstaan. De onderliggende dynamiek is dat ik in deze harmonie geen vergaande passie en commitment voel. Er ontstaat een comfort zone in de relatie die niet meer leeft. Alles kabbelt wat voort en dat is niet genoeg. Ik voel me dan niet bijzonder. Daar zit een onbewuste angst voor verlating in, want als ik niet bijzonder ben dan gaat iemand bij me weg. De schijnbare harmonie en rust in deze comfort zone ervaar ik afwisselend als een deficiente leegte en als een veilige rustige omgeving. Paradoxaal genoeg kan een harmonische relatie dus rust en onrust in mij teweeg brengen.

Wanneer de onrust ontstaat begint er een verlangen naar een uitdaging te groeien. Dit kan op het gebied van werk, persoonlijke groei of een nieuwe vrouw zijn. Een nieuw project of liefde geeft dan een gevoel van ‘speciaal zijn’ en ‘passie’. Er zit ook iets ‘borderline’ achtigs in, want wanneer de relatie goed is ontstaat er een impuls om dit te verbreken. Het verbreken leidt tot een dreigend verlies van een intieme relatie en dan laait de liefde ineens weer op.

Het alert zijn op een comfort zone in mijn leven en relatie is voor mij belangrijk om mijn levendigheid en vuur te blijven voelen.

Twee vrouwen.
Ik heb ook een patroon van twee vrouwen tegelijkertijd willen hebben. Het is alsof ik altijd bij een ander wil zijn, die mijn moeder representeert. Een onderliggende behoefte in dit patroon is iets achter de hand hebben. Dit verlangen, dit patroon heeft meerdere kanten en oorzaken.

Ik had vroeger twee ‘moeders’. Mijn moeder en mijn oma. Zij hadden een haat liefde verhouding en ik zat daar als kind tussen in. Een hulpeloos gevoel van verscheurd zijn en een niet begrijpen en kunnen opkomen voor mijn liefde voor beide. Ik woonde bij mijn oma en zij was mijn vader en mijn moeder. Mijn echte moeder kwam eens in de zo veel tijd een paar uur langs. Mijn oma had zelf een verwaarloosde opvoeding gekregen en werd mishandeld. Mijn moeder was op haar 16e uit huis gezet door mijn oma, omdat ze haar niet aankon. Mijn oma stond meestal negatief tegenover mijn jeugdvriendinnen waarschijnlijk door een zorg om mij te beschermen en een vorm van jaloezie. Ik kreeg onbewust de boodschap dat ik niet een ander lief mocht hebben. Ik heb dat als kind nooit kunnen begrijpen. Dat patroon is nog steeds ergens in mij.

Ik creëer (onbewust) dit verleden steeds weer in mijn volwassen relaties door in een vaste relatie een tweede vrouw lief te hebben. Ik ga hier dan net zo lang mee door totdat een van de vrouwen een beslissing maakt. Dat is ook een herleving van mijn jeugd, omdat ik toen ook niet de keuze had. Dit heeft echter nooit gewerkt. De vaste partner heeft hier door altijd een gevoel van verlies (dat wat mij overkomen is) en jaloezie. Vanzelfsprekend keurt zij de tweede relatie af. Ik zelf raak in verwarring en lijden.De tweede partner voelt de echte liefde en begrijpt niet waarom ik niet voor haar kies. Tegelijk lijkt het erop dat ik deze conditionering niet kan veranderen, waardoor de hechting in de vaste relatie vroeg of laat steeds weer geschaad wordt en de relatie onhoudbaar is. Ik heb al meerdere pogingen gedaan van relatie therapie tot experimenteren met twee relaties naast elkaar hebben. In dit onderzoek kom ik toch sterk op een monogame relatie uit (inclusief het patroon). Ik kan wel ervaren dat het bewust zijn van het patroon en het delen met mijn geliefde de lading er uit haalt. Het patroon zelf is onveranderd.

Een open relatie werkt niet voor mij. Ik hou van monogamie, ondanks dit paradoxale patroon in mij.

Tijdens familieopstellingen kon ik waarnemen dat dit patroon ook verbonden was met mijn oma en mijn vader. Mijn oma was verliefd op een man die in een huwelijk zat en is met een ander getrouwd. Dit was een geheim en ze heeft er altijd een zekere spijt van gehad. Vanuit het familie geweten blijven dit soort geheimen terugkomen totdat het geheimzinnige eraf gaat. Mijn vader heeft zoveel verlies en eenzaamheid ervaren dat het in mijn beleving terugkomt als een diep verlangen naar verbinding (niet willen voelen van de eenzaamheid). Een kindje wat allerlei moeders zoekt. De schaduwzijde van een relatie is misschien wel dat het al dit soort zielspatronen onzichtbaar maakt en ze blijven doorspelen. Mijn ervaring is dat het patroon lichter wordt in het dragen van de pijn uit vorige generaties.

Nog een leuk detail is dat mijn allereerste relatie in mijn leven was met een tweeling was. Ik was verliefd op allebei en zij op mij. Het leven loopt zoals het loopt. Waar het omgaat is dat alles openbaar, bewust wordt. Of een patroon verandert is niet aan mij.

Onmatigheid.
Ik heb of had ook een patroon van onmatigheid wat onder andere een afweer is tegen mijn gevoelens van te kort, droogte, leegte en verlies. In onmatigheid versmelt ik met een object van genot en verlangen. Dit kan eten, kleding en een vrouw zijn. De versmelting wordt zichtbaar in het dwangmatig denken over en het dwangmatig verlangen naar het object. Morele grenzen kunnen in deze intensiteit verdwijnen en er ontstaat vroeg of laat een gevoel van onverschilligheid, roekeloosheid of ´fuck you´. Een niet stil staan bij de gevolgen op de lange termijn.

Paradoxaal genoeg ligt mijn werkelijke geluk in soberheid. Soberheid brengt mijn aandacht steeds bij ‘wat er is in het moment’ en de realisatie dat ik bewustzijn ben.

Elk verlangen naar meer smelt in aanwezigheid. Deze dynamiek van onmatigheid naar soberheid is een levenswerk. Onmatigheid ligt voortdurend op de loer. Een moment van onverschilligheid resulteert in het loslaten van soberheid en het omarmen van het lijden in onmatigheid. Het vergt voor mij een voortdurend bewustzijn om het evenwicht tussen passie, onmatigheid en soberheid op een voor mij goede manier te leven.

Ruimte en energie opbouw.
Een ander patroon wat ik waarneem is; hoe meer ruimte er in de geest ontstaat des te groter de energie opbouw in mijn lichaam is. Dit kan zich vertalen in gevoelens van koninklijkheid, versmeltende liefde, kracht, vreugde, extase, stilte en gepassioneerde liefde. Hierbij is vooral gepassioneerde liefde voor mij een mogelijk gevaar, omdat hierin een gevoel van onverschilligheid kan ontstaan waarbij mijn onmatigheid de ruimte neemt. Het ongeremd najagen van impulsen kan dan aanvoelen als het echte natuurlijke leven, als vrijheid en geluk. Ik heb niet echt een moraal over wat kan en niet kan, maar ik ervaar dat de afwisseling van wilde passie en de soberheid van de stilte mijn leven kleur geeft.

Aanpassen en isoleren.
Een relatie is een voortdurend zoeken van balans; mezelf zijn, aanpassen, afstand of nabijheid. In de praktijk is dit een voortdurend aftasten en spelen tussen twee autonome personen met verlangens en overtuigingen. Mijn ervaring is dat wanneer ik me te veel aanpas er spanning in mij ontstaat. Ik ben dan te weinig mezelf. Het aanpassen komt door een angst voor straf (afwijzing) en resulteert in een gevoel van castratie (het niet doen wat ik wil doen). Dat gaat gepaard met gevoelens van schaamte, schuld en projectie. De projectie kan zijn dat de ander mij belemmert, terwijl dit niet kan. Ik belemmer mezelf uit (verlatings) angst.

De spanning van het aanpassen en de interpretatie van afwijzing kunnen een reden worden om uit contact te gaan. Dit kan dan een vorm aannemen van vreemdgaan (ontlading en erkenning buiten de relatie zoeken). Wanneer ik mezelf helemaal kan laten zijn in contact met mijn geliefde voel ik me gezien en is de relatie vol leven zonder dat de ander iets hoeft te doen. Dat hoeft niet perse altijd in harmonie te gaan. Wanneer we door de schaamte heen onze verlangens en overtuigingen blijven delen dan zijn we beiden wie we zijn in relatie. Dat is een boeiend samen Zijn vanuit niet weten.

De winst zit in verbinding zijn. Een samen gevoel.

Het blijven bij eigenheid in contact is een belangrijk onderdeel van een relatie. Ik heb van kinds af aan een isolerende structuur; ik heb me zelf voornamelijk alleen opgevoed en heb een grote (behoefte) aan een eigen wereld. In deze wereld hoor ik alle belangen van anderen om me heen en betrek deze bij mijn beslissingen. Ik maak hierbij een cruciale fout en dat is dat ik anderen niet van nature betrek bij mijn gedachtes, emoties en beslissingen. Ik geef hierdoor de ander niet de ruimte om zich werkelijk te laten horen. Ik vul het zelf in en check het niet. Het in contact blijven en afstemmen met de ander is iets waar ik op moet letten. Alles wat ik denk en voel in communicatie brengen. Dit is overigens een hele kunst, want hoe kan ik mijn verlangen in contact brengen, het resultaat loslaten en onderhandelen met de ander?  Dat is altijd spannend. Het gaat dan ook niet zozeer om het bevredigd krijgen van het verlangen, maar meer om het samen zijn.

Dat is iedere keer weer afwegen ik of samen. De kunst is om in de strijd van de onderhandeling een gevoel als boosheid te gebruiken om krachtig te zijn en tegelijk ruimte te blijven geven aan de ander. Stevig in de boodschap en zacht op de persoon. In dit proces van verbinden en onderhandelen komen gevoelens van onmacht, onbegrepen voelen, verlies, etc. De kunst van een relatie is dit allemaal voelen en blijven staan.

Verliefd worden.
In mijn onderzoek van verliefd worden kom ik tot nu toe uit bij onderstaande oorzaken.

1.Goede biologische match. Iedereen kent de onderzoeken waarin wordt verteld dat lichamelijke aantrekking gebeurd op basis van een herkenning van de ideale genetische mix voor een gezond nageslacht. In mijn verliefdheid is dit vermoedelijk altijd het geval, omdat er een sterke lichamelijke aantrekkingskracht is.

2.Idealiseren van de geliefde. Meestal zie ik in de ander een essentie die bij mezelf nog in ontwikkeling is. Door deze herkenning in de ander gebeurt er een idealisatie die resulteert in een gevoel van verliefd zijn, versmelting en lichamelijke aantrekkingskracht. In deze verliefdheid wil ik voortdurend bij die ander zijn en alles opnemen. Er zit ook de belofte in dat wanneer ik versmelt met die ander ik gelukkig ben (afhankelijkheid).

3.Erkenning van gepassioneerde (lichamelijke) liefde voor het leven. Een essentie van het leven is gepassioneerde liefde. Een alles consumerende extatische liefde voor het leven. In mijn verliefdheid is er altijd een zoeken naar een wederzijdse erkenning van deze passie. Het vertaald zich ook in een wederzijds verlangen naar waarheid/Zelfrealisatie.

Oefening: Wanneer je een vaste relatie hebt en verliefd wordt op een ander kun je de essentie van wat de derde inbrengt (het te kort in je relatie) in een visualisatie tussen jou en je partner inzetten en het geheel energetisch laten mengen. Het wordt dan onderdeel van je relatie. Of het te kort in je eigen lichaam voelen en ‘jezelf’ er heen brengen, zodat het tekort door jezelf wordt gedragen.

Autoriteit.
Mijn ervaring is dat de rol van leraar, therapeut, leidinggevende en andere vormen van autoriteit een ontsnapping kunnen worden aan de kwetsbare gevoelens en werkelijk persoonlijk contact. Deze rollen passen overigens goed bij een geïsoleerde structuur. In de samenleving kun je ook zien dat dit soort rollen een hele wereldeconomie kunnen veroorzaken. De andere kant is dat de rol van autoriteit aantrekkelijk kan zijn voor bepaalde vrouwen die vervolgens in die beweging stappen. Een krachtige man met macht wordt als aantrekkelijk ervaren. Alles gaat over in contact blijven met het geheel en dienstbaar zijn.

Sexueel gedrag vanuit een biologisch standpunt.
Een mens is biologisch succesvol wanneer hij/zij in een zo’n kort mogelijke tijd zo veel mogelijk nakomelingen krijgt bij zo veel mogelijk partners. Mijn ervaring is dat dit sterke biologische instinct ook in mij zit. Ik ervaar regelmatig verliefdheid en een drang om een andere vrouw te bezitten of lief te hebben. Ik zie dit als mechanische lichamelijke reacties. Het patroon is steeds hetzelfde. Seksueel verlangen gaat vaak over gezien, erkent of bijzonder gevonden willen worden. Dit heeft zijn wortels in de overlevingsdrang van het lichaam.

Ik voel ook een sterk verlangen naar monogamie. Dit verlangen is verbonden aan het krijgen en opvoeden van kinderen. Ik voel biologisch intuïtief dat het bij elkaar blijven van ouders beter is voor de ontwikkeling van kinderen.

Deze paradoxale instincten veroorzaken de culturele verwarring rondom vreemdgaan. Iedereen kent beide biologische impulsen. Wat ik zie is dat monogamie de standaard is in onze manier van denken en voelen en dat de andere kant ook geleefd wordt. Beide aspecten horen in ons leven. In een relatie zullen beide geliefden elkaars waarden op dit gebied steeds weer kenbaar moeten maken en zo tot een manier van samen zijn komen. Dit is een voortdurend afstemmen op innerlijke behoeftes en elkaar. Mijn ervaring is dat dit niet makkelijk is en een gebied vol angst en afwijzing kan zijn.

De kunst is om de ander niet te manipuleren in het vervuld willen krijgen van sterke behoeftes. Een behoefte kan ook een grens zijn. Door het voelen en uiten ´wat er is´ kan ik helemaal zijn wie ´ik ben´ en manipuleer ik mezelf en de ander niet. De ander is vrij in wat hij of zij aan mij wil geven of juist niet. Problemen ontstaan wanneer ik of de ander de behoeftes niet helder kan of mag voelen. Mag alles er zijn?

Wanneer we niet om kunnen gaan met deze seksuele paradoxen; de biologische functie, de onschuld van sex (genot beleven), lichamelijke ontlading en de vele culturele gedachtes kunnen er allerlei vervormingen ontstaan zoals; seksverslaving, onderdrukking van de vrouw, misbruik, incest en verkrachting. Deze problemen zijn wereldwijd enorm!

Autonomie.
Autonomie heeft een open karakter en bestaat uit eigenschappen zoals versmelting, gelijkmoedigheid en sereniteit. Door een verbinding met een ander of een groep aan te gaan en de patronen van te kort en onrust met elkaar uit te zoeken komt de essentie in het middelpunt van de relatie. Dan is essentie of waarheid het referentiekader en niet de behoeftigheid. Dat wordt een relatie uit overvloed en vrijheid. Een dergelijke relatie is los van elke vorm. Het leven verandert voortdurend en de relatie met andere mensen ook. Er zal altijd een neiging bestaan om de relatie in een vorm te gieten. Vrijheid bestaat niet uit alles doen waar je zin in hebt. Vrijheid is respecteren en uiten van grenzen en verlangens bij jezelf en de ander. Uiteindelijk hoef je niemand of niets te bezitten. Wanneer je hiervan bewust bent en het steeds weer open gooit ontstaat er een spannend en fris leven.

Essentie dringt uiteindelijk door in alle lichamelijke instincten en onderdelen van de non duale relatie.

Een breder perspectief.
Het lichaam heeft drie sterke overlevingsinstincten; zelfbehoud, intieme relaties en sociale hechting (de familie of andere groep). Dit zijn alle drie identificaties met het lichaam. Vrijheid is los zijn van deze instincten en daarmee het lichaam en relaties. Dit betekent niet dat je deze lichamelijke neigingen moet onderdrukken of je partner of groep moet verlaten. Het betekent juist dat je de afhankelijkheid in gaat en kijkt hoe deze in elkaar zit. Door te ervaren dat er geen werkelijke veiligheid bestaat en de fysieke dood een realiteit is ga je voorbij de identificatie van overleven en daarmee het lichaam. In het ´zijn met de instincten´ ontstaat onthechting. Er is niets mis met seks, sensualiteit, gepassioneerde liefde, (meerdere) relaties en doodgaan. Het is de afhankelijkheid aan het leven zelf die een probleem vormt voor werkelijke vrijheid en autonomie. De onbewuste gehechtheid aan het leven staat uiteindelijk Zelfrealisatie in de weg.

Wanneer je jezelf realiseert als bewustzijn of het Absolute kun je ervaren dat wat jij bent altijd puur was en altijd puur zal blijven.

Share This
Stel hier je vraag