Alles is een innerlijke stem
Elk kind heeft een eindeloze behoefte naar ongeconditioneerde aandacht, voeding en liefde. Deze behoefte kan nooit worden bevredigd, hoe liefdevol en empatisch een ouder ook is. Dit komt omdat er in elke ontwikkelingsfase en elk moment een andere subtiele behoefte is. Het is voor elke ouder onmogelijk om hier voortdurend op afgestemd te zijn. Al die ervaringen van onafgestemd zijn van de ouder wordt de kern van de identiteit van het kind. Deze kern wordt met name in de eerste zes levensjaren gevormd.
De kern van het patroon is een onbewust concept over liefde.
Bij mij is het bijvoorbeeld; als ik me aanpas word ik geliefd. Andere variaties zijn; als ik trammelant maak word ik geliefd, als ik uitblink dan ben ik geliefd, als ik onzichtbaar ben dan ben ik geliefd of als ik lief ben dan word ik geliefd.
In alle varianten gaat het over het afstemmen van gedrag. Te veel aanpassen resulteert in een niet voelen wat je wil, te veel trammelant maken veroorzaakt uiteindelijk uitstoting, te veel lief zijn is benauwend voor de ander, te onzichtbaar zijn leidt naar eenzaamheid en te veel uitblinken in voortdurende stress. Te weinig van alles leidt ook weer naar afwijzing. De vraag is steeds wat is de balans.
Wanneer een ander je niet de liefde geeft waar jij denkt recht op te hebben ontstaat er een ‘upset’. Wanneer je jouw onbewuste concept over liefde kent kun je zien hoe je relateert met anderen. In deze relatievorm ligt het grootste deel van je lijden, maar ook je vrijheid wanneer je het doorziet.
Hoe verloopt het patroon?
In ieder mens ontstaat een gevoel van ‘innerlijk te kort’. Een emotionele lading die zorgt voor een gevoel van lijden. Het lijden resulteert in een zoeken naar een extern object (materie of aandacht) wat vervulling geeft en de emotionele lading doet verdwijnen.
Het patroon in het omgaan met aandacht van anderen is;
- aandacht willen hebben van een ander, en wanneer je dit niet krijgt
- een heftig gevoel van ‘upset’, direct gevolgd door
- een beschuldigen van de ander (projectie) met een daarbij horende fight or flight reactie (deze kan naar de ander of op jezelf zijn gericht)
- vervolgens spijt, schaamte of schuld hebben van deze vaak onbewuste (agressieve) reactie
Het is te vergelijken met een kind wat voortdurend op zoek is naar de zoete melk van de moederborst. Het geeft troost en vervulling. Wanneer het kind deze behoefte voelt en het wordt niet direct vervuld gaat het schreeuwen en huilen totdat het aan de moederborst ligt. Wanneer de moederborst langere tijd niet komt gaat het kind zich in zichzelf keren en geeft het op.
Relatieproblemen, drama en oorlog komen voort uit dit simpele behoeftige patroon. Onze maatschappij bestaat uit kinderen met grote auto’s en grote huizen met een kleine capaciteit om innerlijke pijn en lijden te dragen.
Dit patroon is alleen te doorbreken door te leren om bewust de gevoelens van ‘te kort’ en ‘upset’ te voelen en de achterliggende oorzaak (het onbewuste concept over liefde) te ervaren. Leren omgaan met innerlijk lijden.
Hoe om te gaan met dit patroon.
De ‘upset’ bestaat uit een heftig gevoel van boosheid, verdriet of angst en een neiging tot reageren. De combinatie van de heftigheid van deze pijn en het kinderlijke geheugenspoor dat pijn komt door een ‘afwezige’ ouderfiguur houdt de projectie naar de ander in stand. De ‘denkfout’ is echter dat je nog steeds afhankelijk bent van de ander voor liefde en balans. Wanneer je volwassen bent ben je echter niet meer afhankelijk van anderen.
Jij bent 100% verantwoordelijk voor je gevoel.
De eerste stap in deze verantwoordelijkheid is dan ook om de ander te ontslaan van elke verantwoordelijkheid. De ander heeft niets te maken met jouw pijn.
De pijn die je in het heden voelt is een emotionele lading die voortkomt uit het verleden.
Door de pijn volledig te voelen in het lichaam ontstaat er op een gegeven moment duidelijkheid over je onbewuste concept over liefde en zal de lading en de projectie uit het patroon verdwijnen. Er ontstaat een ‘zijn met wat er is’ gevolgd door ruimte en helder bewustzijn. Dit zijn de bouwstenen voor essentie en werkelijke liefde. Werkelijke liefde is ‘zijn met wat is’. Dat er van je gehouden wordt omdat je ‘er bent’. Dat je van iemand houdt, omdat diegene ‘er is’.
Deze houding ten aan zien van het leven resulteert uiteindelijk in ‘zelfrealisatie’, weten wat je werkelijk bent…..