Zelfherinnering is de enige beoefening die je nodig hebt. Zelfherinnering doe je door de aandacht te verdelen tussen binnen en buiten. Normaal gesproken is de aandacht veel naar buiten gericht, door evenwicht te brengen in binnen en buiten verandert de perceptie van je waarneming. Je kunt de vraag gebruiken; wie of wat is er binnen? Het begint met het voelen van innerlijke sensaties en dit gaat over in het ervaren van bewustzijn zelf in en voorbij het lichaam. Het zelf herinneren verandert van het ervaring van je concepten en bijbehorende gevoelens naar een neutrale conceptloze aanwezigheid. Hier is alles zoals het is. De vraag die in deze fase kan helpen is; wie of wat ben ik? Deze vraag kan je naar verschillende lagen leiden van wat je bent; van het persoonlijke tot het Absolute.
Zelfherinnering wordt na enige beoefening een niet doen. De paradox is dat er actie nodig is om in niet actie te komen. Doe het alleen als er een verlangen is om het te doen. Discipline heeft weinig zin, omdat het dan toch geen resultaat geeft. De beoefening zelf wordt het bewijs om door te gaan. Het gebeurt vanzelf, wanneer het tijd is.
Het verlangen kan gepaard gaan met het willen doen van een (mindullness) cursus of het bezoeken van een (satsang) leraar. Het maakt niet uit hoe je er komt, volg de beweging van je ziel of bewustzijn.